De arts probeert er snel achter te komen hoe het komt dat je een delier hebt. Wanneer de arts weet wat de reden is van je delier, word je hiervoor behandeld.
Door een delier kun je verward zijn en weet je niet waar je bent. Ook kan het lastig zijn om te zeggen wat je voelt of denkt. Je ouders kunnen je dan proberen gerust te stellen. Dit kan door:
- Te vertellen wie ze zijn en te vertellen wat ze komen doen
- Jou te vertellen waar je bent en wat je daar doet
- Foto’s en plaatjes te laten zien, zodat je wat beter snapt wat er allemaal gebeurt
- Rustig en duidelijk tegen je te praten
- Makkelijke vragen te stellen
- Niet teveel vragen aan je te stellen
- Met niet teveel personen op bezoek te komen
- Erop te letten dat je je bril draagt (wanneer je die hebt)
Het kan zijn dat je erg onrustig bent. Daardoor weet je niet meer goed wat je doet en kan het zijn dat je je infuus eruit trekt. Het is niet goed als je je infuus eruit trekt. En heel soms wil je door je verwardheid uit bed klimmen. Het is dan belangrijk dat je ouders of iemand anders die je kent bij je blijven. Zodat ze op je kunnen passen en jij jezelf geen pijn kunt doen.
Soms stelt de arts voor om te starten met medicijnen, bijvoorbeeld Risperdon. Ook kan de arts ervoor kiezen om je het medicijn Haloperidol te geven. Het is belangrijk dat een kinderpsychiater meedenkt over de behandeling.
Wil je naast deze patiëntinformatie meer weten?
www.mijnkinderarts.nl/ziekten/kinderpsychiatrie-en-gedragsproblemen/delier-bij-kinderen-ijlen.htm